De Zorginnovatiehub telt veel enthousiaste partners. Maar wie zijn deze partners en wat dragen zij bij? Maak kennis met Luc de Witte, lector Technologie voor Gezondheidszorg aan de Haagse Hogeschool.

Luc de Witte is gespecialiseerd in zorgtechnologie en zorginnovatie en vertegenwoordigt de Haagse Hogeschool binnen de Zorginnovatiehub.

Waarom is Haagse Hogeschool partner geworden van Zorginnovatiehub?

“De Zorginnovatiehub is interessant voor onze zorg- en techniekstudenten omdat het een fysieke plek is die zich middenin een Haagse woonwijk bevindt. Want voordat studenten technische oplossingen kunnen bedenken voor de zorg, moeten zij eerst het sociale domein goed kennen.”

Waarom is dat zo belangrijk?

“Omdat dat de enige manier is om erachter te komen of zorgtechnologie écht werkt. We zien dat innovaties vaak de plank mis slaan, omdat ze een oplossing bieden voor een probleem dat er niet is. Dit komt omdat deze initiatieven vaak in het lab beginnen. In plaats daarvan moeten we beginnen bij de probleemhouders. Dat zijn deels zorgprofessionals, maar de grootste probleemhouder is natuurlijk ‘tante Mien om de hoek’, oftewel de gewone burger.”

Welke rol binnen de Zorginnovatiehub neemt de Haagse Hogeschool op zich?

“Een rol voor de Haagse Hogeschool is het evalueren van zorgtechnologie. Dat gebeurt veel te weinig. Apps en zorgrobots duiken als paddenstoelen uit de grond, zonder dat deze aan kwaliteitscriteria hoeven te voldoen. Met als gevolg dat veel technologie onjuiste informatie bevat, data doorverkoopt of gewoon niet werkt. Onderzoek doen is daarom van belang en dat is iets wat de Haagse Hogeschool kan brengen.”

Wat is jouw visie voor de hub?

“Het moet een plek worden waar burgers, zorgprofessionals, startups en studenten met elkaar technische oplossingen bedenken die aan kwaliteitscriteria voldoen. De partners die betrokken zijn bij de hub en de instanties waarmee de hub samenwerkt, zoals de gemeente Den Haag en investeerders, moeten allen werken naar een gezamenlijk doel. De lancering op 1 februari vond ik een hoopgevend begin. Er was veel enthousiasme te zien.”